Fracties zien af van aangifte rond geheimhoudingsplicht

De fracties in de Nunspeetse gemeenteraad hebben een punt gezet achter het debacle om te komen tot de oprichting van een gemeentebreed ondernemersfonds. Er wordt geen reden gezien de rijksrecherche in te schakelen vanwege het overtreden van de geheimhoudingsregeling rond de gemeentelijke belastingadministratie. Hierom was gevraagd door Sandra Bonestroo en Sander Klugt.

Wijnand Kooijmans

Nadat twee maanden geleden de gang van zaken rond de pogingen het ondernemersfonds op te richten al was besproken, ging het in de raadscommissie algemeen bestuur nu om het gevraagde advies van het advocatenkantoor Van den Bosch & Partners of de gemeente over de scheef is gegaan rond de geheimhoudingsplicht. Het bureau is van mening dat hiervan geen sprake is en Nunspeet binnen de bestaande wetgeving is gebleven.

Kritiek van Bonestroo en Klugt is dat in het advies veel gebruik wordt gemaakt van termen als wellicht en misschien. Dat is ingegeven door het ontbreken van de nodige jurisprudentie rond dit onderwerp. Beiden vinden dat het inschakelen van de Rijksrecherche wel tot die duidelijkheid had kunnen leiden. Zij vinden ook dat het college van burgemeester en wethouders de raad onvoldoende heeft geïnformeerd door in een memo het benodigde knip- en plakwerk toe te passen om daarmee de raad op een dwaalspoor te brengen.

De commissieleden zijn van mening dat het totale proces niet de schoonheidsprijs verdient. Maar vinden dat het adviesbureau een duidelijke conclusie heeft getrokken. Dat geen overtredingen zijn geconstateerd. Harm Jan Polinder (SGP) geeft aan dat er veel mis is gegaan en dat niet altijd is gehandeld conform de afspraken. Gerben Pluim (ChristenUnie) is van mening dat niet alles nog even duidelijk is. Maar vindt dat het conclusie wel alles uit de kast heeft getrokken om tot een eindconclusie te komen dat er geen strafbare feiten zijn gepleegd. Karel van Bronswijk (CDA Lokaal) gaat ervan uit dat men mag vertrouwen op de conclusie van het ingeschakelde adviesbureau. Hij denkt niet dat de intentie bij het college aanwezig was de raad te misleiden.

Op een specifieke vraag of het bureau het rapport heeft opgesteld om aan de wensen van het college te voldoen, zoals gesuggereerd door de insprekers, geeft Arnoud Bruijns, fiscaal adviseur lokale belastingen aan dat een objectief rapport is opgesteld aan de hand van de eigen deskundigheid die men heeft en heeft ingewonnen. Volgens hem is er ook geen reden de Rijksrecherche in te schakelen, mede gezien de prioriteiten die bij die dienst worden gelegd. Wethouder Wichert Stoffer heeft al eerder namens het college het boetekleed aangetrokken en erkent dat er fouten zijn gemaakt. 

Hij wijst erop dat de raad betrokken is geweest bij de vraagstelling aan het bureau. Hij ontkent dat gehandeld is tegen de zin van de heffingsambtenaar van de gemeente. Naar aanleiding van kritiek van hem is de opzet gewijzigd, waarna hij wel kon instemmen met het gebruik van de gemeentelijke belastingadministratie. Het eerste memo, aanleiding voor de opdracht aan het adviesbureau, was volgens hem een samenvatting van de gang van zaken en niet bedoeld om de raad op een verkeerd spoor te zetten.